Dag 19 - Khao Sok, de jungle
25 januari 2024 - Khao Sok National Park, Thailand
Beste volgers,
as we speak is het donderdag 25 januari 2024. Sabrina en ik hebben net ingecheckt in het Rainforest Resort en onze bungalow heeft zicht op enkele prachtige krijtrotsen, dewelke deze streek zo typeren. We zijn even in de onbewoonde wereld geweest, zonder GSM signaal, waardoor ik met jullie alweer moet teruggaan naar gisterenochtend.
Nadat we een snel ontbijt nemen in een naastgelegen hotel, de naam is het vermelden niet waard, trekken we te voet naar ‘Our Jungle Camp’. Het is gelukkig maar een kleine tien minuten stappen. Nadat onze veel te zwaar geladen rugzakken in een bewaakte storage worden gedropt maken we kennis met Bird, onze gids. Bird kan niet vliegen en heeft evenmin iets te maken met Charlie Parker, de befaamde jazzmuzikant. Bird lijkt het best op Mowgli, het bekende stripfiguur uit het Jungleboek. Dat treft, want het is net de bedoeling dat onze gids iets kent van de fauna en flora van de jungle. Het is mijn verhaal dus zal ik onze gids van nu, gemakkelijkheidshalve, Mowgli noemen. Bird vind ik maar niks voor een man. Birdy daarentegen is een goede zangeres, maar daar gaat het hier niet over. Bon, meteen na onze kennismaking vraag ik aan Mowgli waar onze dragers zijn, waarop hij me lachend 2 handdoeken, 2 hangmatten en wat water aanreikt om in onze rugzakken te steken. Mowgli heeft niet veel woorden nodig. Het is meteen duidelijk dat de voorziene dragers Sabrina en Janbart heten. Enfin, niet veel later gaan we op pad.
Het eerste traject van de route hadden we de dag voordien al wel gedaan, met dat verschil dat Mowgli ons wijst op talrijke beesten, die er wellicht toen ook al waren, maar we toen gewoonweg niet gezien hadden. We ontdekken tarantula’s, gekko’s en op een bepaald moment ook een zeer giftige slang. We zien uiteraard ook aapjes in de bomen slingeren, net zoals de dag voordien, alleen wordt er nu wat duiding bij gegeven. We zien lingoeren, gibbons en de langstaartmakaken. Mowgli legt uit dat lingoeren en gibbons solitaire dieren zijn, die nogal wantrouwig zijn als ze mensen horen of zien. Makaken daarentegen leven in groep en hebben van ons geen schrik. Ze komen ook regelmatig uit de bomen om voedsel te zoeken of zelfs te stelen van toeristen. Enige toevallige gelijkenis met wie dan ook, mocht die er al zijn, hieraan gekoppelde conclusies en bedenkingen, laat ik volledig aan mijn lezers. Ik kijk wel uit. Dit is immers een reisblog en geen socio-politiek statement. Zattemanspraat is het evenmin. Ik wijk af.
Onderweg houden we regelmatig pauzes. Ik hoef niet te zeggen dat het onwaarschijnlijk warm en vochtig is. Na een klein uur wandelen, klimmen en klauteren door de dichtbegroeide jungle, komen we aan op een desolate plek naast de rivier, waar we de nacht zullen doorbrengen. Het lijkt alsof we er alleen op de wereld zijn. Net als we onze hangmatten willen installeren wijst Mowgli erop dat een paar meter verder een reuzenhagedis ons staat aan te gapen. . Het dier maakt zich evenwel snel uit de voeten. We houden hem niet tegen. De hangmatten worden vakkundig tussen twee bomen bevestigd en plots, uit het niets, begint het te gieten. Dat is zo in de jungle. We moeten voortmaken. We hangen snel een zeil boven onze slaapplek en beschermen met een ander zeil het inmiddels aangestoken kampvuur. Het vuur heeft twee doelen. Het zal dienen om op te koken én om de reuzenhagedis, apen en wat weet ik nog allemaal op afstand te houden. We zullen immers het meeste gewicht uit onze rugzakken achterlaten en we verstoppen onze proviand onder een dekzeil om verder de jungle in te trekken. Zo rond een uur of 14u00 houden we halt bij een rivier en het duurt dan ook niet lang of ik lig af te koelen het water. Zalig. Sabrina bekijkt het vanop een afstand. We eten zoete ananas en na een uur maken we een grote lus om uiteindelijk terug aan ‘ons’ kamp aan te komen. We zullen in totaal zo’n 16 km door de jungle hebben getrokken. Terwijl Mowgli de nodige voorbereidingen treft voor het avondmaal, zoeken wij opnieuw afkoeling in de rivier. Sabrina trotseert deze keer wel de vele vissen en geniet van het frisse water. Het geeft ons ook de mogelijkheid om droge kleren aan te trekken, want alles wat we voordien droegen ruikt naar zuur zweet. Samen met onze gids prepareren we het eten. Ik doe een poging om rijst in grote bladeren te draaien en er pakjes van te maken, hetgeen uiteraard mislukt. Sabrina neemt al gauw over, of wat dachten jullie? Ik zal me ontfermen over het kampvuur, wat een eerder simpele taak is. Maar niet onbelangrijk. Geen vuur geen eten, geen eten betekent honger. Bamboestokken worden gevuld met groenten, kruiden, sojamelk en rijst. Sabrina en Mowgli maken houten spiesen om kip aan te rijgen. Alles wordt tegen of boven het vuur gehouden en het duurt niet lang of we zitten - midden in de jungle - te genieten van een heerlijke Thaise maaltijd. Het is verrassend genoeg enorm lekker. Op het geknutseld bamboetafeltje worden kaarsen gezet. Qua romantiek kan dat tellen. We sluiten af met ananas en ik trakteer Mowgli op een Schotse whiskey, die hij veel te snel achterover giet. Ik twijfel even of hij het wel zal overleven, maar na enkele minuten houdt het hoesten, proesten en rochelen op, waarna hij me hartelijk bedankt voor de dégustief. Graag gedaan, Mowgli, het ene plezier is het ander waard!
Het is inmiddels pikkedonker. Er worden ons hoofdlampen aangereikt. Het is tijd voor een nachtsafari. Geruisloos wandelen we achter Mowgli door de natte begroeiing, waarbij het concept is dat als hij stopt met wandelen om in een bepaalde richting te kijken, wij hetzelfde doen in de hoop te zien wat hij ziet. Mowgli speurt de bomen af en toont ons tal van grote spinnen, sommigen wel 25 centimeter breed. Het is bangelijk op welke manier die gast al die beesten weet te vinden. Vooral de fluorescerende schorpioenen maken indruk. Om deze te kunnen spotten heeft Mowgli een speciale blacklight- zaklamp bij. Er passeert ons ook nog een dwerghert, kwestie van volledig te zijn. Na een kleine twee uur houden we ‘t voor bekeken. Dit was een onwaarschijnlijk toffe ervaring, maar het beste moet nog komen, want we moeten nog in de hangmat geraken en vooral de slaap trachten te vatten. Ik besluit om bij het kampvuur, samen met mijn Sabrina, het laatste van de whiskey te nuttigen, in de hoop dat het vuurwater ons voldoende zou bedwelmen. Mowgli bedankt vriendelijk. Ik heb begrip en dring niet aan, want dan hebben wij meer. Nadat de laatste druppels in onze keelgaten verdwijnen, kruipen we er in. Bon, de hangmat op zich is probleem, want je ligt vrij comfortabel. Het lastige is het muskietennet waardoor je een vrij claustrofobisch gevoel krijgt in een omgeving waar het naar gevoel nog meer dan 25° warm is. Ik hoop dat jullie begrijpen wat ik bedoel. Maar goed, na wat heer en weer wroeten geraken we uiteindeljk in slaap. Op de achtergrond doen de geluiden van de krekels, de apen, een kabbelend riviertje de rest. En dan is er nog Mowgli, die, volgens Sabrina, rond 2u in de nacht de moeite neemt om het kampvuur aan te houden. Veiligheid voor alles. Ik slaap dan al lang, dromend van jullie allen, onze vrienden, onze familie en volgers, die ik, ook uit naam van Sabrina, oprecht bedank voor de vele reacties op deze blog.
X
Veel groeten.
Geert en Isabel.