Dag 6: met den boot naar Battambang

20 maart 2019 - Battambang, Cambodja

Hallo iedereen, 

we hebben begrepen dat jullie - tussen de granaten door (ja, we lezen af en toe het nieuws) - onze blog kunnen apprecïeren,  waarvoor onze oprechte dank!  Bekijk ook onze foto’s en video’s!

Deze morgen staan we zeer vroeg op en eigenlijk is dat niets anders dan al de vorige dagen. Alleen, nu zitten we om 6u20 aan de ontbijttafel, want om 6u45 worden we opgepikt voor de trip naar Battambang.   Dat is toch wel héél vroeg....  `

 We krijgen allebei als afscheidsgeschenk een mooie sjaal mee van de hotelreceptioniste.  Een geschenk uit de hemel, zal later blijken.

Met een klein busje rijden we in de richting van de rivier.  Onderweg pikken we nog 12 andere toeristen op.  Eénmaal aan de aanlegsteiger aangekomen worden we in de richting van onze boot geloodst.  Hier moet je je niet te veel van voorstellen, namelijk een gewone platbodem met aan stuur- en bakboordzijde een rij houten banken.  We kiezen ervoor om elk 1 bank te nemen.  Er is plek genoeg voor iedereen.  Onze rugzakken worden onder de banken gepropt.  Daar gaan we! 

Er werd ons eerder gezegd dat de boottrip zo’n 4 uur zou duren en dat we dan zouden overstappen in een minivan.  Deze zou ons, na nog 3 uur rijden, tot op onze eindbestemming brengen.

De tocht is werkelijk adembenemend mooi.  We passeren honderden paalwoningen waarop vissers hun netten aan het onderhouden zijn, moeders bereiden een maaltijd  of wassen hun kleine kinderen.  Als onze boot passeert zwaaien ze zeer enthousiast.    Af en toe passeert er een supermarktboot.  Het leven dat deze mensen leiden is toch wel speciaal en vooral zeer primitief, bedenk ik me.  Buiten de eenvoudige hutten waarin ze leven, hebben ze hun bootje en that’s it.  Er vliegen aalscholvers en kariboes voorbij en we krijgen amper de tijd om al dat moois te bevatten.  De houten plank onder mijn achterwerk begint me wat tegen te steken en ik besluit om me neer te leggen, mijn benen hangen buiten boord.  Ik lees even later in mijn reisgids dat er ook krokodillen leven op het Tonlé Sapmeer, waar we inmiddels beland zijn.  Ik besluit meteen om mijn positie te veranderen.  Soms moet je de zaken in de juiste volgorde doen..... Ik leg me even op het dak van de boot, maar dat is van het goede teveel.  Te warm!

Onderweg worden er nog wat plaatselijke Cambodianen (6!!) opgepikt alsook enkele dozen, waar we  pas later de inhoud van zullen leren kennen.

Uiteindelijk bereiken we onze eerste tussenstop.  Met gebarentaal wordt ons duidelijk gemaakt dat we allemaal van de boot moeten, inclusief onze bagage.  Daar staan we dan, met z’n achtienen, bijeen gepropt in een drijvend winkeltje/restaurant.  We zullen er 20 minuten pauzeren en beseffen amper dat het avontuur in feite nog moet beginnen.  Via schamele loopplanken, balanceren we ons een weg naar de kade. De aangemeerde boten doen dienst als ponton.  Geen sinecure met een rugzak van 15 kilo op je rug.   Eénmaal op de kade wordt er gewezen naar een jeep met laadbak.  

Zouden we daar met zijn allen in moeten ? En onze bagage dan?  Waar was de beloofde minivan?

Bon, het bleek dus geen grap.  Met 18 man in een jeep, exclusief de chauffeur en begeleider.  De rugzakken worden op het dak gebonden met touwen.  Hieraan had niemand zich verwacht.  Sabrina en ik kijken mekaar vertwijfeld aan.  Is dit het plan ? Hebben we veel andere opties?  Nee dus.  Zodoende kruipen ook wij in de laadbak.  Sabrina  kan een plek bemachtigen op de zitbank dewelke zich in de lengte van de jeep bevindt.  Ik zit naast haar en val net niet uit het vehikel.  In het midden, op de laadvloer, wordt een Cambodiaanse grootmoeder van 86 jaar gestouwd.  Eén van de kartonnen dozen, die we eerder oppikten, blijkt van haar te zijn.  Inhoud: gedroogde vissenkoppen!  Ze is zeer content als blijkt dat er tussen mijn benen nog plek is om deze ‘lekkernij’ te vervoeren.  Meewarrig bekijk ik de doos en bedenk ik me dat discussiëren toch niet veel zal veranderen, dus ik zwijg.  Het moederke kan er ook niets aan doen.

We zijn weg.   Gedurende 3 uur worden we door het platteland gereden, tegen een gemiddelde snelheid van 30 km/uur.  We worden van links naar rechts geslingerd over de amper berijdbare weg.  Dit is dus wat ze off-roadrijden noemen....Enkele tegenliggers maken het nog wat extra spannend, maar onze chauffeur laveert er rustig omheen.   De stoffige weg zit vol diepe kuilen en geulen.  Twee Franse meisjes zitten vlak voor mij op de neergelaten laadklep.  Bij sommige maneuvers worden ze nét niet uit de jeep geslingerd.  Bovendien is omwille van enkele recente bosbranden het zand op de weg zo zwart als pek.  Ik hoef jullie niet te vertellen hoe wij er na 3 uur rijden uitzagen.  Een Limburgse mijnwerker zou er jaloers op zijn.  Het stof is bijna niet te verdragen, bovendien is het ook nog een zo’n 35 graden, schat ik.   Ik wikkel de eerder gekregen sjaal rond mijn gezicht en ik zie er nu uit als een goedkope Talibanstrijder....Als we al eens bewoonde hutten tegenkomen, wuiven de kinderen ons weeral toe en lachen de oudere bewoners ons vierkant uit.  

Ze hebben gelijk...

Sabrina ziet af.   Haar rug doet pijn bij elke beweging de jeep maakt.  Bovendien krijgen we af en toe ook takken in ons gezicht en als op een bepaald moment één van de touwen van de bagage het begeeft en onze rugzakken dreigen te vallen, hoor ik haar zeer luid vloeken.  Het plezante is er dan al wat af.  

Onderweg droppen we de extra Cambodiaanse passagiers en na een helse rit van 3,5 uur komen we aan in Battambang.  We zijn nog niet gestopt of we worden letterlijk bestormd door wel 15 tuk-tukdrivers. Allemaal wilen ze ons naar het hotel brengen.  Zouden die gasten weten wat wij juist doorstaan hebben?  Dit is écht niet de moment om mijn Sabrina te pushen....We laten ons evenwel niet afleiden en houden onze ‘cool’.    We willen eerst onze bagage, vervolgens zullen we ons orïenteren en pas dan beslissen of een tuk-tuk aan de orde is.  Als blijkt dat één van de Françaises in hetzelfde hotel slaapt als wij en blijkbaar een tuk-tuk geregeld heeft, mogen we van haar meerijden.  

Ons hotel is zeer mooi en gelegen net buiten het stadscentrum.  Nietegenstaande we er alle drie uitzien alsof we een hele dag zwarte kolen hebben gekapt, laat de receptioniste ons toch binnen.  Sterker nog, we krijgen ongevraagd een upgrade.  We nemen een deugdoende douche en eten iets in het restaurant naast het zwembad.  Ik neem een plons en merk dat er ook een jacuzzi is, die ik uiteraard zeer uitgebreid uittest.

Ondertussen is mijn Sabrina in slaap gevalllen.  Ik kan haar geen ongelijk geven.  

Dit was een dag om nooit meer te vergeten!  

Wat de avond brengt, zien we later....

Ciao!

Foto’s

3 Reacties

  1. David Sannen:
    20 maart 2019
    Zalig!
    """Ik wikkel de eerder gekregen sjaal rond mijn gezicht en ik zie er nu uit als een goedkope Talibanstrijder"""
    Foto? ;-)
  2. Tine:
    20 maart 2019
    OMG... dat filmpje in diene jeep... :-/
    Voor de rest super toffe foto's en verhalen. Geniet ervan :-)))
  3. Bart:
    20 maart 2019
    JB , het is een plezier om jullie verhalen te volgen. Knap geschreven !!!